Home
Over de cattery
Kittens
De stammoeder v.d. cattery
De poezen v.d. cattery
De katers v.d. cattery
Alles over de Pers
Alles over de Exotic
Polycystic Kidney Disease
Het laatste nieuws uit de cattery
De nieuwsbrief v.d. cattery
Links

De Pers

Naar men aanneemt stamt de Pers af van de Angora kat. De Angorakat is een slanke kat met een lange vacht. Omstreeks de 16e eeuw werd met name in Frankrijk bewust gefokt met deze dieren. Door het inkruizen van andere rassen en selectie op katten met een gedrongen bouw en lange volle vacht is uiteindelijk de Pers, zoals wij die kennen, ontstaan.
In de achttiende en negentiende eeuw werden alle "Langharen" met elkaar gekruist, ongeacht de kleur. Vanaf 1900 ging men meer op kleur selecteren. Omstreeks 1901 werd de Pers in verschillende landen van Europa als raskat erkent.
* Uit Jaarboek 2003 / 2004 van de Kattenwereld.

Karakter:
Vreedzame, rustige, nuchtere, huiselijke kat die zich erg goed thuis voelt in een appartement. Sociaal, vredelievend, nooit agressief, zacht en heel vriendelijk. Hij is erg gehecht aan zijn baas. Hij kan goed met andere katten, honden en kinderen overweg, maar stelt zich iets wantrouwig op tegenover vreemden. Hij heeft rust nodig om zich prettig te voelen. Hij kan niet zo goed tegen eenzaamheid wat op te lossen is met een tweede kat/huisdier. Hij maakt niet vaak geluid en heeft een zachte stem.

Rasstandaard van de Pers

Lichaam:
Kort, massief en gedrongen, een brede ronde borstkas en een zware beenderenstructuur. Goed gespierd. De (borst) breedte is ongeveer 1/3 van de lengte van de romp. Schouders even breed als de heupen. Als de kat staat moet de hoogte vanaf de schouders tot aan de grond 2/3 deel van de romplengte zijn. Rechte of iets naar achter aflopende rug.

Kop:
Massieve ronde kop met brede schedel, iets breder dan hoog, op een korte stevige nek. Enigszins gewelfd, bol voorhoofd, achterhoofd ook licht bolvormig. Als men vanuit het zijaanzicht een liniaal langs de "platte" kop houdt, moeten voorhoofd, neus en kin alledrie tegen de liniaal komen. Volle, goed ontwikkelde wangen met volle bakkebaarden. Stevige kin, breed en goed ontwikkeld. Brede stevige kaken.
Ogen:

Groot, rond en open. Gelijkvormog. De afstand tussen beide ogen is minimaal de breedte van één oog.
Oogkleur: Afhankelijk van vachtkleur en/of patroon.
Neus:

Korte, brede neus, met grote, ronde neusgaten en een goede, diepe stop. De stop is de indeuking in de schedel die tussen voorhoofd en neusbrug zit. Deze ligt op de middellijn van de ogen. De middellijn van de ogen (dus de stop) ligt, van boven naar beneden gezien, in het midden van de kop. De lengte van de neus moet korter zijn dan de neusbreedte. De breedte van de neusspiegel is breder dan de neus ter hoogte van de stop. De bovenkant van de neusspiegel moet op een horizontale lijn liggen met de onderste oogleden. De kleur van het neusleertje is zwart en/of roze.
Oren:

Laag geplaatste kleine ronde oren. De oren staan ver uit elkaar. Niet te ver geopend aan de basis. In elk oor een pluimpje. De oorschelpen moeten aan de buitenkant dicht behaard zijn. Als de kat in volle vacht zit, moet een liniaal die op de haarpunten van de haren op de kop gelegd wordt, alleen de punten van beide oren aanraken.

Staart:
Kort en vol behaard. Vrijwel over de hele lengte even dik, met een stompe punt. Staartlengte 1/2 tot 2/3 deel van de romplengte. Gemeren langs het lichaam mag de staart niet verder komen dan de punten van de schouderbladen.

Poten:
Korte, rechte en brede peten met ronde stevige voeten. Poten even lang of voorpoten iets langer dan de achterpoten. Voor vijf tenen, achter vier tenen. Haarpluimpjes tussen de tenen. Voetkussentjes afhankelijk van de genetische kleur.

Vacht:
Volle, lange, dichte vacht met ondervacht. Zijdeachtig, glanzend en zacht. Van het lichaam af staand. Op de rug, buik en flanken een lange vacht. Volle grote kraag die overgaat in een volle bef tussen de voorpoten. De broek om beide achterpoten moet weelderig, vol en lang behaard zijn.
* Uit jaarboek 2003 / 2004 van de Kattenwereld